- y
- y1 [iegrek]〈m.〉1 y ⇒ Griekse ij, i-grec♦voorbeelden:1 y comme Yvonne • de ij van Ysbrand————————y2 [ie]〈voornaamwoord〉1 〈m.b.t. iets〉eraan 〈meewerkend voorwerp〉2 〈vulgair; m.b.t. iemand〉hem, haar♦voorbeelden:¶ ça y est! • het is zover!————————y3 [ie]〈bijwoord〉1 er(in) 〈plaats waar men zich bevindt〉2 erheen 〈plaats waar men naar toe gaat〉1. pron1) eraan, ervan2) hem, haar2. adv1) er(in)2) erheen3. il y a...adver is/zijn...
Dictionnaire français-néerlandais. 2013.